Bijbelse beelden 105

9 september 2016

De Emmaüsgangers (Lucas 24)

Het sculptuur beeldt het verhaal van de Emmaüsgangers uit. Bovenaan verlaten zij Jeruzalem; ze keren de stad van Gods heil de rug toe. Ze waren daar getuigen geweest van het vreselijk onheil: de moord op Jezus. Al hun hoop was op hem gevestigd. Als er ooit iemand ‘beeld van God’ was geweest, dan Hij wel. Maar het kwaad had het weer eens gewonnen van de Algoede. God had zijn eigen ruiten weer kolossaal ingegooid. Volkomen gedesillusioneerd gaan ze op weg naar huis. Hun geschiedenis met Jezus was op niets uitgelopen. Het was te mooi om waar te zijn. Somber en bedrukt sjokken ze voort.

Dan komt er een vreemdeling bij hen lopen en gaat met hen praten over wat er in de heilige boekrol geschreven staat over de Messias: “Jullie weten toch wel, wat Jesaja en Jeremia voorzegd hebben: Moest de Messias dit alles niet lijden om zo zijn heerlijkheid binnen te gaan.” Hun harten werden er warm van. Ze nodigden de vreemdeling uit aan tafel. En toen gingen hun ogen open bij het breken van het brood en zij herkenden Hem. Juichend keren zij terug naar Jeruzalem met de boodschap: “De Heer leeft!”

Mensen vinden God niet uit zichzelf. Hij openbaart zich aan mensen die onderweg zijn; of aan het einde van de weg, zoals de Emmausgangers. Mogen ook wij Hem herkennen in de Schrift en in de maaltijd die Hij met ons wil vieren. En zeg nooit, dat Gods heilsplan onmogelijk is. Want dat woord bestaat niet bij God.

 

beeld: pater Herman Falke scj
tekst: pater Piet Schellens scj