Bijbelse beelden 91

27 mei 2016

Het laatste avondmaal (Marcus 14)

“Vurig heb Ik verlangd om dit Paasmaal met u te eten”, zei Jezus op de avond voor zijn dood. Het pesachmaal was de gedachtenis aan de bevrijding uit Egypte: “God heeft ons met machtige hand weggevoerd uit de slavernij”. Het was de intense viering van het feit, dat God zijn volk bracht van duisternis naar licht, van rouw naar vreugde, van slavernij naar vrijheid.

Maar over deze avond hing een donkere wolk van dreiging: de machthebbers stonden op het punt zich van Jezus meester te maken. Ook binnen de kring van de apostelen werd die dreiging gevoeld: “Een van u zal Mij verraden”.

En dan begint Jezus mysterieuze worden te spreken: “Vurig heb Ik verlangd, eer Ik ga lijden, dit Paasmaal met u te eten. Want Ik zeg u: Ik zal er niet meer van eten, tot het zijn vervulling vindt in het Rijk Gods”. En Hij brak het brood: “Dit is mijn lichaam, dat voor u gegeven wordt. Doet dit tot mijn gedachtenis. En dit is de kelk van het nieuwe verbond in mijn bloed, dat voor u allen vergoten wordt”. Mysterieuze woorden, waarbij Johannes aantekent: Wie dit brood met geloof eet, heeft eeuwig leven. Dit is meer dan het manna in de woestijn.

Ons sculptuur laat zien, dat de apostelen zich bewust waren van het historische moment, dat zij beleefden. Zij waren opgewonden, hevig verbaasd sprongen zij op en vroegen elkaar: “Wat gebeurt hier? Wat betekent dit?” Het betekende, zoals Duitse theologen zeggen, de Selbsthingabe van Jezus: Hij schenkt zichzelf aan ons in de sacramentele tekens van brood en wijn. En een Belgische theoloog, Jef de Kesel, thans bisschop van Brugge, heeft geschreven: Als de geloofsgemeenschap op de Dag des Heren samenkomt om Eucharistie te vieren, zie je de Kerk gebeuren. Dit is een wezenlijke plicht van de geloofsgemeenschap; dit is het hart van het christendom.

 

 

beeld: pater Herman Falke scj
tekst: pater Piet Schellens scj