Verbinding

2 januari 2022

Driekoningen – Openbaring van de Heer, 2 januari 2022
Jesaja 60, 1-6, Efesiërs 3, 2-3a.5-6 en Matteüs 2,1-12

Wij noemen hen ‘koningen’, ons lezingenboek spreekt over ‘wijzen’ en de Nieuwe Bijbel Vertaling duidt hen als ‘magiërs’. Ze komen uit het oosten, maar de traditie laat hen uit verschillende continenten komen: Afrika, Azië, Europa. Men meent ook dat ze alle generaties vertegenwoordigen: een jongere, een volwassene, een oudere. Wie het ook zijn, zij zijn in ieder geval mensen die zichzelf niet op een voetstuk zetten, maar zich klein maken, ontroerd raken bij het zien van een kind.

Ik vroeg me af wie in onze tijd zo’n koning zou kunnen zijn. Ik moest denken aan de kersttoespraak van koning Willem Alexander. Ook voor hem sprak het kerstverhaal tot de verbeelding: een weerloos kind als teken van hoop. Hij zei: “Verhalen geven zin en betekenis aan ons leven. Door verhalen te vertellen en ernaar te luisteren, verbinden we ons met elkaar.” De koning noemde het een voorrecht om in zijn werk “de meest uiteenlopende mensen te ontmoeten en hun persoonlijke verhaal te horen – en hij noemde zelfs een Deurnes voorbeeld –, verhalen van moed en doorzettingsvermogen, van trots en ambitie, van zorgen en spanningen, van intense boosheid en vertwijfeling. Al die verhalen raken hem diep. Wat hij daar steeds weer in hoort is dat “er de behoefte is om gehoord te worden.” “Ook al liggen standpunten ver uit elkaar: we moeten blijven samenleven. Te midden van alle onzekerheid is ieder mens op zoek naar verbinding.” De koning wijst erop dat de “invloed van ieder van ons groter is dan we vaak denken.”

Die verbinding was ook belangrijk voor de anglicaanse aartsbisschop Desmond Tutu, die op tweede Kerstdag is overleden. Hij hoort voor mij ook thuis in het rijtje koninklijke mensen. Met zijn stralende glimlach won hij iedereen voor zich. Hij zei ooit: “Afrika heeft de wereld iets te geven, iets waar de hele wereld met smart op zit te wachten – een herinnering aan het feit dat we meer zijn dan de som der delen; een herinnering dat strikt individualisme slopend is. We zijn geschapen om samen te zijn, om relaties te hebben.”

Daarbij past een andere uitspraak van Tutu: “Als we echt geloven wat wij beweren – dat ieder mens, niemand uitgezonderd, is geschapen naar het beeld van God en dus een beelddrager van Hem is – dan zou iedere onheuse bejegening van welk mens ook ons met afschuw vervullen. Niet alleen omdat het domweg onrechtvaardig, maar ook schokkend godslasterlijk is. Alsof we God in het gezicht spugen.” Dat geeft te denken…

Gelukkig zijn er veel mensen die als vanzelf aandacht hebben voor een ander, zich proberen in te leven, zich voor hen inzetten. Ik denk aan Ans en Charles uit Deurne die in hun winkel Pompidom gratis speelgoed aanbieden voor kinderen die het thuis niet zo breed hebben. Zij weten zelf wat het is om rond ter moeten komen van een minimuminkomen. Zij mogen zich Brabander van het jaar noemen. Ik denk aan al die mensen die levensmiddelen voor de Voedselbank kwamen brengen bij onze kerken en aan hen die ervoor zorgen dat mensen die het nodig hebben ze ontvangen. Ik denk aan de mensen die het initiatief namen of zich als vrijwilliger inzetten voor het TEJO-huis, waar jongeren hun verhaal kwijt kunnen. Of al die mensen van overal ter wereld, die lapjes borduurden en breiden voor de Troostdeken voor onze planeet.

En zo zijn er gelukkig nog veel koninklijke mensen, die zich daar niet op laten voorstaan, maar neerknielen, het kleine, mooie en kwetsbare zien, zich laten raken en in actie komen.

 

PJ