Bijbelse beelden 104

2 september 2016

Maria van Magdala (Johannes 20)

Kunstenaars houden er van om uit te beelden, dat Maria Magdalena de voeten van Jezus zalft. Deze Maria sprak altijd al zeer tot de verbeelding. Zij zou de publieke vrouw zijn geweest, de zondares die door Jezus wordt begenadigd: “Haar wordt veel vergeven, omdat zij veel heeft liefgehad”.

Dit beeld van Magdalena is eeuwenlang in de kerk blijven hangen. Maar het evangelie legt een ander accent: zij is de Apostola apostolorum. Zij was de eerste aan wie Jezus verscheen op Paasmorgen. Terwijl de apostelen nog gevangen zaten in ongelovige onmacht, verscheen de verrezen Christus aan Maria Magdalena en gaf haar deze opdracht: “Ga en vertel aan mijn broeders dat Ik leef”. Zij bracht de leerlingen de blijde boodschap van de Verrijzenis. Zij was ook degene, die met moeder Maria had gestaan onder het kruis, terwijl de apostelen vluchtten.

Zouden de apostelen jaloers geweest zijn op deze vrouw, die na moeder Maria de voornaamste vrouw is geweest in de jonge Kerk? Zij verdiende de erenaam Apostola. Zouden ze haar daarom hebben vereenzelvigd met die zondares? Er staat, dat Jezus zeven duivels uit haar had verdreven. Zij hoorde stemmen in haar hoofd, er gingen wel zeven duivels in haar tekeer en ze werd er horendol van. Jezus genas haar en sindsdien volgde zij Hem en er ontstond een hechte vriendschap tussen hen.

Tegenwoordig beweren sommigen, dat Jezus getrouwd was met Magdalena, maar daar is in het evangelie geen sprake van.

 

beeld: pater Herman Falke scj
tekst: pater Piet Schellens scj