Vervulling

23 januari 2022

Jaar C, 3e zondag door het jaar, 23 januari 2022
Nehemia 8, 2-4a.5-6.8-10, 1 Korintiërs 12, 12-14.27 en Lucas 1, 1-4; 4, 14-21

Ik vind de eerste lezing vandaag een mooi en ontroerend verhaal. Het boek Nehemia is een klein deeltje van de Bijbel. Het is een verslag door de gouverneur van Jeruzalem, Nehemia, die na de Joodse ballingschap rond 450 voor Christus geraakt wordt door het leed van de joodse ballingen en dan besluit de tempel en de stadsmuren van Jeruzalem weer op te bouwen. Maar hij laat het niet alleen bij de stenen. Hij bouwt ook de gemeenschap op, samen met schriftgeleerde Ezra. Ze doen dat door de Wet van Mozes, de Torah, de eerste vijf boeken van de heilige Schrift, voor te lezen.

Het gaat dan over de verhalen van de schepping, de ark van Noach, Abraham, en vooral over Mozes, de uittocht uit Egypte, het wel en wee op de lange weg naar het beloofde land, de tien geboden die God schenkt en uiteindelijk het bereiken van dat beloofde land en de dood van Mozes. Het zijn verhalen waarin alles wat menselijk is gebeurt. Daardoor zijn ze zo herkenbaar voor de toehoorders. Tegelijk flonkert daardoorheen altijd weer het vermoeden, de hoop, het vertrouwen, het geloof dat er een God is die perspectief biedt, uitzicht, nieuw leven, nieuwe kansen, licht in het donker; God die zich kenbaar maakt als: Ik ben er. Ik ben er voor jou.

Voor veel van de toehoorders van Ezra en Nehemia klinken die woorden nieuw. Ze treffen hen diep in hun hart, ze worden tot tranen toe bewogen. Het is mooi hoe Ezra en Nehemia hen troosten door hen uit te nodigen eens lekker te gaan eten en feesten: “De vreugde die de Heer u schenkt zij uw kracht.”

Ik las een artikel van een – van geboorte – Deurnese legeraalmoezenier, die schrijft over zijn ervaringen in het ontdekken van zijn functie. Hij probeert – zo zegt hij – “nuldelijns” aanwezig te zijn. Hij “wil overal zijn waar de militairen zijn, waar ze oefenen, werken en fysiek en mentaal uitgedaagd worden.” Als geestelijk verzorger is het zijn taak om “representant te zijn van een God die zichzelf bekend heeft gemaakt onder de naam JHWH. Deze naam betekent letterlijk ‘Ik zal er zijn’. Zo wil hij aanwezig zijn voor zijn mensen, altijd en overal als “een metgezel die er gewoon voor je is als je me nodig hebt”, met een luisterend oor èn een rugzak vol stroopwafels. En hij merkt dat de mensen hem missen als hij voor hun gevoel te lang wegblijft.

Zo laat hij de woorden van de bijbel “in vervulling gaan” om met Jezus’ woorden in het evangelie te spreken. Daarvoor is de heilige Schrift bedoeld: om in vervulling te gaan. De bijbelse verhalen, gedichten, gebeden vertellen over alle aspecten van het dagelijks leven, over hoe mensen worstelen met schuld, verdriet, relaties, eenzaamheid; over zichzelf tegenkomen in hun machtswellust en egoïstisch gedrag; over mensen die misbruikt worden en daders die daar niet mee wegkomen; over troost zoeken, erbij willen en mogen horen… En altijd klinkt daar doorheen die boodschap, die we ‘Blijde Boodschap’ noemen, dat God er is en dat jij er mag zijn.

Ik denk dat de bijbel ook vandaag nog een bron van inspiratie en bemoediging kan zijn. Het is geen gemakkelijk boek, je moet soms de weg zoeken, maar de talloze verschillende uitgaven kunnen daarbij helpen. Er zijn letterlijke vertalingen zoals de Naardense bijbel, De Nieuwe Bijbelvertaling 2021 sluit aan bij de taal van nu, de Bijbel in Gewone Taal nog meer. Dominee Nico ter Linden schreef een hertaling van de Schrift met als titel “Het verhaal gaat…”; Guus Kuijer een “Bijbel voor ongelovigen”. En dan zijn er nog talloze kinderbijbels, waarin laagdrempelig een selectie van de belangrijkste verhalen is opgenomen. Ik ben opgegroeid met de prachtige tekeningen van Kees de Kort inde Kijkbijbel; velen zullen “Woord voor Woord” van Karel Eykman kennen. ,

Een van de meer recente jeugdbijbels – ook al weer vijftien jaar geleden geschreven – is “Het hoogste woord”. Daarin staat bijvoorbeeld deze gedachte (naar Jesaja):

Nooit meer bang in het donker
geen oorlog die benauwt,
want licht straalt
van Gods gezicht
over wie Hem vertrouwt.

Geen soldatenlaars stampt
in het Beloofde Land.
Geen uniform
met bloed besmeurd:
een wonder is gebeurd!

De slavendrijverszweep gebroken,
last van schouders afgenomen,
want er zal nooit…
nooit meer oorlog komen!

Zoon ons geboren,
een goddelijk mensenkind.
Goede raad voor onze oren.
een lieve ouder die ons vindt,
wanneer wij zijn verloren.

Mij ontroert dat. En ik gun iedereen dat deze woorden in vervulling zullen gaan.

PJ