Bijbelse beelden 81

18 maart 2016

De verloren zoon en zijn broer (Lucas 15)

Bij een parabel zit het venijn in de staart. De broer komt thuis van zijn werk. Hij werkt altijd hard. Hij leeft voorbeeldig. Gelukkig is hij niet zoals zijn broer, die niet deugt.
Dan hoort hij feestgedruis en knechten vertellen hem, dat zijn broer is thuisgekomen en dat zijn vader het gemeste kalf heeft klaargemaakt voor het feestdiner. Hij weigert naar binnen te gaan. Dan komt de vader naar buiten en de oudste zoon moppert: “Is dat nou nodig, zo’n feest voor die mislukte zoon van u? Dat hebt u voor mij, die zo goed heb opgepast, nooit gedaan”. Maar de vader insisteert: “Jongen, je hebt gelijk, ik heb over jou niets te klagen. Maar begrijp alsjeblieft mijn vaderhart: je broer was dood en is weer levend, hij liep verloren maar ik heb hem terug gekregen”.

Jezus vertelt dit verhaal aan de Farizeeën en schriftgeleerden. Het is duidelijk dat de parabel tot hen gericht is en ze begrijpen dat heel goed. Want zij ergeren zich aan Jezus, die omgaat met tollenaars en zondaars. Farizeeën vinden van zichzelf, dat ze wel deugen, dat zij rechtvaardig zijn en ze moeten niets hebben van mensen, die het niet zo nauw nemen met de Wet. Tot hen zegt Jezus: “Jullie begrijpen niets van Gods grote vaderhart. Ik ben in Gods Naam gekomen om te zoeken en te redden wat verloren was”.

 

beeld: pater Herman Falke scj
tekst: pater Piet Schellens scj