Bijbelse beelden 96

1 juli 2016

Petrus en de haan  (Matteüs 26)

Sint Petrus is een geval apart. Hij kon de prachtigste uitspraken afwisselen met stommiteiten. Na zijn oprechte geloofsbelijdenis “Gij zijt de Christus, de Zoon van de levende God” prees Jezus hem de hemel in. Maar even later probeerde Petrus Jezus van zijn levensroeping af te houden: “Ga niet naar Jeruzalem, lever U niet over aan de machthebbers”. En dan reageert Jezus heel boos: “Ga weg, Satan, terug; want je laat je leiden door menselijke overwegingen en niet door wat God wil”.

Petrus maakt het helemaal bont, als hij schreeuwend en tierend ontkent, dat Hij Jezus ooit gezien heeft. Jezus had hem nog zo gewaarschuwd: “Voordat de haan kraait, zul je Mij driemaal verloochenen”. Toen de haan kraaide, werd die grote man heel klein, hij schrompelde helemaal in elkaar. De stoere kerel, die vroeger de bijnaam Simon-de-Kei had gekregen kon wel door de grond zakken.

Jezus bouwt het Rijk Gods kennelijk niet op met engelen of volmaakte mensen, maar met gewone mensen en die hebben hun gebreken. Als Jezus het aandurfde met Petrus, de wankele rots, zou Hij het dan ook niet met ons willen proberen?

 

beeld: pater Herman Falke scj
tekst: pater Piet Schellens scj