Bijbelse beelden 97

8 juli 2016

Veroordeeld door Pontius Pilatus  (Lucas 23)

Pontius Pilatus was de gouverneur, die het recht opofferde aan zijn eigenbelang. Tot zes keer toe verklaarde hij, dat hij geen schuld vond in Jezus. Maar hij bezweek voor de joodse leiders, die dreigden hem te zullen aanklagen bij de keizer. Dat hadden ze al eens met succes gedaan. En dus liet hij Jezus, die volgens hem het slachtoffer was van godsdienstige fanatici, eerst geselen en daarna kruisigen.

Die geseling was een uiterst wrede straf, die menigmaal niet overleefd werd. Jezus staat daar als de lijdende dienaar van JHWH, zoals hij door Jesaja getekend wordt: “Om onze zonden werd hij gebroken, ons bracht hij vrede; dankzij zijn striemen zijn wij genezen. Hij werd gefolterd en diep vernederd, maar hij heeft zijn mond niet geopend, zoals een lam dat ter slachtbank wordt geleid”. (Jes.53)

Je kunt bij deze veroordeling en geseling ook denken aan het woord van Pascal: “Jésus sera en agonie jusqu’à la fin du monde”. Hoeveel mensen zijn er niet als Jezus onschuldig veroordeeld vanwege hun godsdienst of hun overtuiging en in de folterkelders terecht gekomen van linkse of rechtse dictators. Over hen heeft Hij gezegd: “Wat ge de minsten der mijnen aandoet, dat doet ge Mij aan”.

Pilatus waste zijn handen in onschuld, maar zijn vrouw had wel door, dat hier iets vreselijks gebeurde. Ze stuurde hem een briefje: “Hou je handen af van deze onschuldige, want ik heb vannacht in een droom veel om hem geleden”. Het mocht niet baten.

 

beeld: pater Herman Falke scj
tekst: pater Piet Schellens scj