Blijde Boodschapbezorger

25 oktober 2021

Jaar B, 30e zondag door het jaar, 24 oktober 2021
Start synodale gespreksronde
Marcus 10, 46-52

Ik liep door de stad, wat ineen gedoken. Het miezerde. Mijn gezicht nors. Vanuit één van de bedrijven langs het trottoir kwam iemand naar buiten. Hij riep met een brede glimlach: “Blijven lachen!” Ik kon niet anders dan teruglachen. “Dat kijkt anders”, zei de man. En inderdaad, ik keek even anders de wereld aan.

Zo worden wij door paus Franciscus opgeroepen anders naar onze kerk te kijken. En dan bedoel ik niet alleen het gebouw, maar ook de gemeenschap, de kerk als instituut, de kerk als bron van inspiratie. Mij bekruipt wel eens het gevoel dat we soms de uitstraling hebben van een norse oude man of vrouw, waarvan niet veel uitgaat, die wat moedeloos rondslentert door stad of dorp van onze wereld. We weten niet waar het heen moet, we zien de betrokkenheid teruglopen, de jeugd is amper bereikbaar. We lijken de boot te missen, passen hooguit op de winkel, een winkel die steeds leger raakt.

We hebben een Blijde boodschap, goed nieuws, maar we weten niet hoe we die nog moeten overdragen, hoe we mensen kunnen raken. En langzaamaan raken we opgesloten in onszelf. Misschien lijken we wel op die blinde man uit het evangelie, Bartimeüs. Blind in Bijbelse termen betekent ook opgesloten in zichzelf, afgesloten van de omgeving. Hij wil eruit, hij wil gezien worden en zien.

Wat het betekent om slecht te kunnen zien, hebben enkele mensen onlangs ervaren op de Dag van de Witte Stok. Zij liepen met een geblindeerde bril en een witte stok een route vanuit het Cultuurcentrum door het winkelgebied. Dan merk je pas goed welke hindernissen er zijn, waar je letterlijk tegenaan loopt. Daphne Broers beschreef het smakelijk in het Eindhovens Dagblad (18 oktober 2021): “Mijn optimisme is van korte duur. Ik zie geen steek meer. Een wazige vlekkerige bende. Ik kan me helemaal niet oriënteren. En dat terwijl ik ook nog boven aan een steile, natte trap sta.”

Jezus doorbreekt de blindheid van Bartimeüs. Wat mij opvalt is de rol van de omstanders: eerst willen ze niets met de blinde bedelaar te maken hebben. Ze snauwen hem zelfs toe om te zwijgen. Pas als Jezus Bartimeüs aanspreekt, worden ze opeens aardig: “Heb goede moed! Sta op, Hij roept u.” En omdat Bartimeüs blindelings op Jezus vertrouwt, kan hij weer zien: “Je geloof heeft je genezen,” zegt Jezus.

Dit is één van die prachtige verhalen die de bijbel ons aanreikt. Het past perfect bij de synode die paus Franciscus heeft opgestart. Hij nodigt ons uit om uit te breken uit de cocon van zelfbevestiging, zelfmedelijden, moedeloosheid, twijfel. We mogen allemaal meedenken en meepraten over de toekomst van de kerk. Hoe meer mensen er meedoen, hoe krachtiger de Geest als een frisse wind door de kerk kan waaien en nieuwe wegen kan wijzen. “Heb goede moed,” lijkt hij te zeggen. “Je geloof kan ons genezen.”

Afgelopen zondag heb ik in de Bossche Sint Jan een kaars in ontvangst genomen voor onze parochie, een kaars die ons mag verlichten om de synodale route te gaan die de paus ons aanreikt. ‘Synodaal’ is een wat moeilijk woord voor een ‘gezamenlijke weg’. En hij voegt er nog drie moeilijke Latijnse woorden aan toe: communio, participatio en missio.

Communio, daar zit het woord communie in. We kennen het van de ‘eerste communie’ en van het ontvangen van de hostie. Maar communie betekent in eerste instantie ‘gemeenschap’. We zijn samen op weg, niet alleen. Als christenen mogen we allemaal onszelf zijn, maar we zijn verbonden met elkaar, als dorpsgemeenschap, als geloofsgemeenschap, als onderdeel van een bisdom en een wereldwijde kerk. Daarom bidden we straks ook niet ‘mijn Vader’, maar ‘onze Vader’. Allemaal worden we opgeroepen tot verbondenheid met elkaar en met God, verbonden in geloof en in inzet voor de goede zaak, die Blijde Boodschap.

Participatio, daar zit het woord participeren in: meedoen. Christen zijn is niet vrijblijvend. Wie gedoopt is heeft een eigen verantwoordelijkheid voor het grote geheel. Er kan een beroep op je gedaan worden en je mag jezelf laten raken door God, door wat anderen bezighoudt, waar ze het moeilijk hebben, en dan in beweging komen. Er iets aan proberen te doen, biddend en bouwend.

Dat brengt ons bij het derde woord: missio, daar zit het woord missie in. We hebben een missie. En die missie is eropuit trekken, je ogen open, de nood in de wereld en van de mensen zien en er iets aan doen. Paus Francsicus is heel duidelijk: het is goed om samen te vieren en te bidden, maar vandaaruit mogen we naar buiten, de straat op, mensen dat mooie verhaal vertellen, die Blijde Boodschap.

Wandelend door de stad vielen mij de vele maaltijd- en boodschapbezorgers die met hun grote tassen achterop door de straten zoeven op hun elektrische fiets. Er zijn er steeds meer van, ook hier. Blijkbaar is er veel behoefte aan, een gat in de markt. Hoe kunnen wij onze blijde boodschap verkopen? We hebben een prachtig verhaal, schitterende verhalen die iets met je doen, je raken, ontroeren, troosten, bemoedigen, op het verkeerde been zetten, een spiegel voorhouden, je de weg kunnen wijzen.

Hoe kunnen wij opnieuw Blijde-Boodschapbezorgers worden, nieuw elan geven aan de kerk, onze geloofsgemeenschappen. Dat is de vraag die paus Franciscus ons meegeeft om de komende tijd over na te denken. Een boeiende en uitdagende vraag. Van harte uitgenodigd om mee te doen!

 

PJ