Overtuigen
7 november 2021Hoogfeest van de heilige Willibrord, 7 november 2021
Jesaja 52, 7-10, Hebreeën 13, 7-9a, 15-17a en Marcus 16, 15-20
Zoekend naar inspiratie over Willibrord kwam ik op de site van de Canon van Nederland (canonvannederland.nl). Willibrord en de verbreiding van het christendom is één van de vijftig belangrijke onderwerpen van de geschiedenislessen op de basisschool. Er zit een liedje bij met deze tekst:
“Nee, nee, nee, het valt niet mee
om de mens te overtuigen
van een onbekend idee,
om z’n mening om te buigen.
Daar gaan velen tegenin.
Niemand laat zich onderdrukken.
Wat ook nu niet lijkt te lukken,
lukte vroeger evenmin.”
Dat maakt het meteen actueel. Mensen laten zich niet gemakkelijk overtuigen. We merken dit rond de coronapandemie. Iedereen heeft wel z’n eigen mening en gedachten. Als regels niet uitdrukkelijk opgelegd en gecontroleerd worden, laten we ze graag links liggen. En als ze wel verplicht zijn, protesteren we ertegen, want er zijn altijd wel argumenten te vinden voor iets anders.
Het verkondigen van het evangelie ging ook niet zonder slag of stoot. In de tijd van Willibrord letterlijk. De monnik zocht steun bij de koning en bij de paus. Het leger kwam er wel eens aan te pas. Soms werden mensen gedwongen om zich te laten dopen.
Hoe overtuig je mensen? Hoe breng je jouw ideeën over op mensen die misschien helemaal niet willen luisteren? In een aflevering van het jeugdprogramma Klokhuis op diezelfde website wordt verteld hoe Willibrord dat gedaan zou hebben: door de bijbelse verhalen te vertellen, door indruk te maken op de mensen met allerlei kostbaarheden en mooie spullen, en door het net zo aan te pakken als Jezus: door wonderen te doen.
Van Willibrord zijn verschillende wonderen bekend. Vaak hebben die te maken met water: hoe Willibrord graaft in, of met zijn stok stampt op de grond, waaruit dan water opwelt. Verschillende Willibrordusputten in Nederland, zoals op de grens van Deurne en Meijel, herinneren hier nog aan. En op het hoogaltaar in de Deurnese kerk is het prachtig afgebeeld.
Maar zijn inzet en die van de vele monniken in zijn voetspoor maakten niet overal indruk. De macht van het christendom was dan wel zo groot dat mensen zich min of meer gedwongen bekeerden, maar sporen van de Germaanse goden zijn nog altijd zichtbaar. Denk aan de namen van de dagen: woensdag verwijst naar de wijze god Wodan, donderdag verwijst naar de god van de donder Donar, vrijdag verwijst naar de godin van de liefde Freya.
En nog steeds geloven niet alle mensen in dezelfde god. Dat hoeft ook niet, maar het is niet altijd gemakkelijk. Dat geven de kinderen in dat tv-programma ook aan. Voor hen is respect naar anders gelovigen is essentieel.
Tegelijkertijd worden we opgeroepen om ons eigen geloof niet alleen binnenskamers of binnenkerkelijk te vieren en te beleven, maar het open gesprek aan te gaan met iedereen en iets te doen met ons geloof. Paus Franciscus vraagt ons om mee te denken over een synodale kerk. En daarmee bedoelt hij dat we samen op weg zijn, en ieder onze eigen verantwoordelijkheid hebben binnen die kerk. Wij dragen samen de gemeenschap en allemaal mogen we op onze eigen manier uitstralen hoe ons geloof ons inspireert in ons leven. Daar zit een uitdaging aan vast, want zo vanzelfsprekend is dat voor de meeste van ons niet.
Zoals Willibrord missioneerde, kunnen en mogen wij dat niet. Spiegeltjes en kraaltjes werken niet, dwang ook niet. Wel een royale openheid in ontmoetingen, waarin we de verhalen vertellen uit de bijbel, die ons van generatie op generatie zijn verteld. Veel jongeren kennen die verhalen niet meer. Dat heeft ook zo zijn voordelen. Ze zijn niet belast met in beton gegoten interpretaties en staan er onbevangen voor open. Het is dan ook de kunst en uitdaging om vooral ook naar hen te luisteren. Zij zijn in zekere zin de ‘missionarissen’ van onze tijd.
Zo wordt komende week weer de jaarlijkse kindervredesprijs uitgereikt. Genomineerd zijn Vihaan en Nav Agarwal, 17 en 14 jaar, uit India die een jongerenorganisatie zijn gestart die afval ophaalt en ervoor zorgt dat het gerecycled wordt. Mohammad Aasim, 15 jaar, ook uit India, is geboren zonder armen. Met succes vraagt hij aandacht voor de rechten van jongeren met een handicap en zorgt dat ook zij middelbaar onderwijs kunnen volgen. En tenslotte Christina Adena, 18 jaar, uit Groot-Brittannië, die toen de Britse regerering besloot om geen gratis schoolmaaltijden meer uit de delen, zoveel handtekeningen ophaalde dat zij de overheid overtuigde om toch door te gaan met de gratis maaltijden, die met name belangrijk zijn voor gezinnen die in armoede leven.
Het is de kunst om het verhaal van jongeren zoals zij, ons eigen verhaal en de bijbels verhalen met elkaar te verbinden, want daar springt een vonk van de Blijde Boodschap over. Daar komt geloof tot leven en kan dat lied van Jesaja (52,7) klinken:
“Hoe welkom is de vreugdebode
die over de bergen komt aangesneld,
die vrede aankondigt en goed nieuws brengt,
die redding aankondigt…”