Vrede was het overal…

26 december 2019

Tweede Kerstdag, 26 december 2019
Jesaja 11,1-10 en Matteüs 2,13-23

“Verwondering!
Eén van de mooiste woorden
Toch, het woordenboek gaat niet verder dan ‘een soort verbazing’
Maar het is zo veel meer dan dat:
Verwondering is het tegenovergestelde van de vanzelfsprekendheid
Het is onbevangen, het laat je stilstaan, het laat je kijken als een kind,
betoverd door de wereld om zich heen.
Als je je verwondert, erken je dat er dingen zijn,
die buiten je denkvermogen vallen
Dat er iets is dat groter is dan ‘jijzelf’.”

Ik las deze gedachte van Paul Cupido in het magazine van de Beweging van Barmhartigheid (december 2019). Cupido is fotograaf en krijgt soms vragen over wat voor type camera hij gebruikt. Zijn antwoord is dan steevast: “De Verwondering, het is het prachtigste instrument van de mens.”

Met verwondering lees ik elk jaar het kerstverhaal. Het een feel good story die mensen raakt en vertedert. Tegelijk is het een sprookje, waarvan ik na zoveel keren Kerstmis vieren, nog steeds niet zeker weet of het wel goed afloopt. Het blijft spannend. Misschien is dat juist de kracht van dit verhaal. Dat het je verwondert, je laat stilstaan, je laat kijken als een kind, betoverd door de wereld om je heen, de vanzelfsprekendheid voorbij.

Want vanzelfsprekend is het niet. Zoals het meeste in het leven niet vanzelfsprekend is. Iemand die dat als geen ander laat zien en de verwondering, verbazing, verbijstering soms kan oproepen is kunstenaar Banksy, een graffiti-artiest van wie niemand zeker weet wie hij nu precies is. Zijn kunstwerken verschijnen vaak op onverwachte plaatsen en momenten. Ze zijn vertederend vaak, maar hebben ook een diepere en confronterende kritische boodschap. Zoals het kerstverhaal…

Twee weken geleden was er in de Engelse stad Birmingham opeens een tekening te zien van rendieren bij een bank voor daklozen. Wie op de bank gaat liggen lijkt net de kerstman in zijn slee. Je weet niet of je erbij moet glimlachen of van schaamte je afwenden. Dat geldt ook voor de kerstgroep waarvan afgelopen weekend een foto verscheen. Het lijkt op het eerste gezicht een traditioneel kersttafereel: Maria, Jozef en het kindje in de kribbe, met een os en een ezel erbij. En een fraai gevormde ster erboven. Maar als je beter kijkt, blijkt die ster een gapend gat in een betonnen muur, alsof er een mortiergranaat is ingeslagen. “Scar of Bethlehem” heet de installatie: litteken van Bethlehem. Het is een aanklacht van Banksy tegen de omstreden grensmuur die Israël bouwde om Palestijnse gebieden; tegen elke muur die mensen bouwen om anderen buiten te sluiten.

Als ik foto’s van Banksy’s werken bekijk, valt me op dat kinderen er vaak een hoofdrol in spelen: een meisje dat een soldaat fouilleert; twee in het zand spelende kinderen voor een getekende doorkijk door een muur, waar in een heerlijk strand te zien is; een meisje dat ‘hamertje tik’ speelt voor een gat in een muur in de vorm van een hart, waarbij de speelgoedfiguren de vorm hebben van een ster, een halve maan en een kruis – symbolen voor de drie grote wereldgodsdiensten –; een meisje dat aan een bos ballonnen omhoogvliegt om over de muur te reiken; het meisje dat een rode ballon in de vorm van een hart uit haar hand laat glippen – bekend van het schilderij dat zichzelf bij de verkoop versnipperde. En zo zijn er meer.

Kinderen zijn onschuldig, broos en kwetsbaar. Als hen iets overkomt, dan gaan alle alarmbellen rinkelen. Het kerstverhaal met de geboorte van een kind in een stal, de zinloze kindermoord in Betlehem en de vlucht naar Egypte van het jonge gezin, klinkt als zo’n alarmbel. Het lijkt op een graffiti van Banksy die ons aanspoort om veiligheid, vrede, gerechtigheid serieus te nemen, en het niet alleen bij verwondering te laten, maar ook onze verbazing en verbijstering om te zetten in concrete daden van menselijkheid, barmhartigheid, mede lijden en liefde.

De littekens – scars – van wat mensen meemaken en elkaar aandoen zullen niet verdwijnen, maar alle sprankjes licht – stars – laten het duister al verdwijnen, openen het pad van wat niet voor te stellen is, van wat groter is dan onszelf. Een kind wijst ons de weg…

 

PJ