Allemaal kwartjes

4 juli 2021

Jaar B, 14e zondag door het jaar, 4 juli 2021
Ezechiël 2, 2-5, 2 Korintiërs 12, 7-10 en Marcus 6, 1-6

Er is helemaal niets mis met wat Jezus doet en uitstraalt. Hij inspireert mensen, brengt ze in beweging, laat ze aan de rafelranden van de samenleving voelen, helpt hen om erbij te horen. Hij voelt zich niet te goed om te bukken en kleine of zieke mensen aan te spreken. Hij geeft dapper antwoord aan machthebbers die hem in de val willen lokken. En toch loopt hij helemaal vast in Nazaret, de plaats waar hij opgroeide.

“Als je voor een dubbeltje geboren bent, bereik je nooit een kwartje”, zong Louis Davids in 1935. Toen waren er nog dubbeltjes (tien cent) en kwartjes (25 cent). Maar de gedachte achter het spreekwoord en vooroordeel is niet veranderd. Als je uit een bepaalde groep komt, is het lastig om hogerop te komen. Als je in een arm gezin geboren wordt, is het moeilijk om rijk te worden, als je uit een bepaalde sociale klasse komt, ben je daar haast toe veroordeeld, als je een donkere huidskleur hebt moet je meer moeite doen om je te bewijzen. Louis Davids is heel somber in zijn lied. Hij sluit af met: “Ja, en zo is het. En al ga je nou op je hoofd staan, zo blijft het. En doe nou maar geen moeite meer, wees verstandig, want het blijft zo. Zo is het.”

Die ondertoon proef ik ook in de reactie van de mensen van Nazaret als zij Jezus horen spreken: “Waar heeft hij dat vandaan? Is dat niet de timmerman?” En dat is niet bedoeld als compliment.

Özcan Akyol (column ED 28 juni 2021) schreef in het Eindhovens Dagblad over hoe hij door de vooringenomenheid van zijn juf in groep 8 naar de MAVO ging, terwijl hij een Atheneum-advies had. Doorgaans kunnen docenten goed inschatten welke kansen de kinderen in hun klas hebben, maar soms slaan zij de plank mis. Eus, zoals hij wordt genoemd, vertelt: “Mijn ouders waren analfabeet, in de buurt deed niemand een ‘opleiding op niveau’ en mijn broers zaten ook op een mavo. Dat was geen goede basis om naar een atheneum te gaan.” De sociaaleconomische positie van ouders, de wijk waarin iemand woont, ze kunnen bepalend zijn voor studieadvies. “Als je voor een dubbeltje geboren bent, wordt je nooit een kwartje”. Uiteindelijk heeft Eus zichzelf kunnen bewijzen en is hij toch dat kwartje geworden.

In de Volkskrant interviewt Michiel van der Geest (Volkskrant, 25 juni 2021) Tim ’S Jongers over zijn boek “Gezichten van een onzeker bestaan”. Hij vertelt hoe hij opgroeide in grote armoede en onzekerheid. En hoe moeilijk het is om daaruit te komen. “Als je met 10-0 achterstand begint, is hogerop komen geen klim op een ladder. Het is een tunnel waarin je moet blijven kruipen, zonder dat je weet waar je heen gaat,” zo zegt hij. Maar ook hij heeft het gered. Ondanks de bestaansonzekerheid thuis, ondanks dat het fout ging op het VWO en op het praktijkonderwijs daarna helemaal, met crimineel gedrag als dieptepunt. Dankzij mensen om hem heen die wel zagen wat hij kon, is het hem gelukt om uit de ellendige situatie te komen: de nieuwe vriend van zijn moeder die hem op sleeptouw nam, een leraar op school die ervoor zorgde dat hij net de voldoende kreeg die hij nodig had om te slagen, collega’s en vrienden die liefde toonden.

“Als je voor een dubbeltje geboren bent, wordt je nooit een kwartje.” Ik heb een hekel aan dat spreekwoord, omdat het verlammend werkt, mensen in hokjes duwt, levensvreugde in geld vertaalt, onderscheid maakt tussen mensen in de zin van hoger of lager opgeleid, wit of zwart, een onderscheid dat al gauw uitgelegd wordt als belangrijk of niet belangrijk.”

“Is dat niet de zoon van de timmerman?” Ja, nou en?! Zou ik zeggen. Maar het leed is al geschied daar in Nazaret. Jezus kan er weinig goeds meer doen.

Wilma Koolen-Hermkens wijst in haar overweging deze zondag in Vlierden op een mooie eerste column in Trouw (zaterdag 26 juni 2021) van een jonge vrouw, Emine Ugur, dochter van Turkse gastarbeiders, die pas leerden lezen op volwassen leeftijd, maar het Nederlands nooit echt machtig werden. Ze schrijft hoe ze altijd voor haar ouders moest vertalen. Hoe belangrijk haar ouders het vonden om op school goed te presteren. En ze vertelt hou ongelofelijk trots haar ouders waren op haar Cito-score. Haar vader zette haar Cito-resultaat in een vitrinekast met kleinoden en liet die aan alle gasten zien. Kijk eens: mijn dochter! Die Cito-score symboliseerde dat het kind van een dubbeltje een kwartje zou kunnen worden. Ze wist heel zeker dat, als vader nog geleefd had, die eerste column ook in de vitrine terecht gekomen was.

Ik vind dat een mooi beeld: weg met de vooroordelen van dubbeltjes en kwartjes. Alle ruimte voor een openbare vitrine en podium, waarin te zien is wat elke mens, wie dan ook, aan zoveel verschillende talenten, gaven en uitstraling heeft en hoe waardevol die allemaal zijn.

 

PJ