Bevrijdingsvuur

20 september 2020

19 september 2020, Groot kasteel Deurne

Er is geen betere plek om het bevrijdingsvuur over te dragen, dan hier bij het kasteel, een ruïne die herinnert aan de oorlog en vooral aan de strijd rond de bevrijding. Het kasteel is niet verwoest door de Duitse overheersers, maar door de Engelse bevrijders. Dat geeft meteen aan dat een oorlog geen winnaars kent, alleen maar verliezers.

Vorig jaar meende ik dat met de herdenking van 75 jaar bevrijding eigenlijk het meeste wel gezegd zou moeten zijn over de Tweede Wereldoorlog. Een mooi moment om de herdenking op een wat lager pitje voort te zetten. Maar dat lager pitje wordt vandaag weer opgepookt door opnieuw vuur te ontsteken. Niet zomaar met een aansteker of lucifer. Er is moeite voor gedaan. Wielrenners hebben het opgehaald in het Franse Bayeux en volgden vrijwel dezelfde route die de geallieerden in 1944 vanuit Normandië aflegden. Lopers van Lopers-groep Deurne hebben het vanavond vanuit Mierlo naar hier gebracht. En volgende week zullen ze het naar de St. Willibrorduskerk brengen om het vuur daar te laten branden.

Vuur heeft brandstof nodig om te kunnen branden, maar ook lucht. Zonder die lucht dooft het snel. Zo hebben mensen ook lucht en daarmee ruimte nodig om te leven. Wie zich in zichzelf opsluit raakt verstikt.

We hebben daar in deze tijd last van. De coronamaatregelen – die noodzakelijk zijn om de verspreiding in te dammen van het virus dat sneller als een lopend vuurtje rondwaart –beperken ons in het omgaan met elkaar. We willen elkaar zo graag een hand geven, een arm om de schouder, een kus. Maar dat kan niet. Dat voelt rot. Die beperkingen laten ons voelen hoe belangrijk contact is, openheid naar de ander. Misschien is dat wel het moeilijkste waarmee we moeten zien te dealen.

Tegelijkertijd is er wereldwijd een tendens om ons juist af te sluiten van mensen, groepen, godsdiensten, landen die anders lijken dan wijzelf en onze eigen gewoontes en gebruiken, die we algauw ‘tradities’ noemen, om daarmee elke discussie af te kappen. In mijn ogen is dat minstens zo verstikkend als de coronamaatregelen.

Daarom blijft het belangrijk – en wordt het misschien juist steeds actueler – dat we de bevrijding van de Tweede Wereldoorlog blijven herdenken. Als ijkpunt van wat we niet willen, van hoe belangrijk vrijheid is, en ook van wat vrijheid inhoudt.

In het programma Zomergasten zei Ilja Leonard Pfeijffer: “Vrijheid is geen vrijheid als die gebaseerd is op egoïsme. Vrijheid kan alleen vrijheid zijn als je bij alles wat je doet als eerste aan de ander denkt.” Minister Hugo de Jonge voegde er tijdens de Abel Herzberglezing op 13 september jongstleden aan toe: “Dat betekent dat we begrip opbrengen voor elkaars zorgen en ernaar luisteren. Dat we de ruimte die er is delen, hem niet alleen voor onszelf opeisen.”

Koning Willem Alexander sloot hier in de troonrede afgelopen week bij aan. Hij zei: “Een wezenlijke bedreiging voor de kwaliteit van de rechtsstaat is dat in ons land iemands huidskleur of naam nog te vaak bepalend is voor zijn of haar kansen. Dat is onaanvaardbaar. Het maatschappelijk debat hierover schuurt soms, maar kan ons ook verder brengen in de strijd tegen discriminatie, racisme en ongelijke behandeling. Bestaande verschillen overbruggen begint bij de bereidheid naar elkaar te luisteren.”

Vrijheid berust op empathie: inlevingsvermogen. Hierover schreef Ilja Leonard Pfeijffer zinnige woorden – ook voor vandaag – in zijn boek “Brieven aan Genua”. Hij schrijft dat empathie de grootste menselijke deugd en het hoogste goed is. Ik citeer hem nogmaals”: “Daarvoor moet je zo leeg mogelijk zijn, als een blank vel papier waarop de ander zijn verhaal mag schrijven in jouw woorden. Iemand waarlijk verstaan kost moeite. (…) Het is eindeloos finetunen om een stem op te vangen (…) op een zwak radiosignaal dat steeds dreigt te worden weggedrukt door luide zenders die alles zeggen wat je al weet en schreeuwend alles te koop aanbieden wat je al hebt. Empathie is een uiterst fragiel dingetje. Zodra je zelf iets denkt te weten, leer je niets meer. Zodra een opvatting over wat dan ook postvat in je hoofd, zul je niet meer kunnen luisteren. Wie al iemand is, kan niemand meer worden. Het is een leerproces dat altijd voortduurt.”

Als je met de bril van empathie naar de ander kijkt, of naar de problemen van deze tijd, de fluisterstem van de kwetsbaren hoort, gaan de hakken niet meteen in het zand, verzanden discussie niet in oneliners over hullie en zullie, zwart of wit, slaan de vuisten niet op tafel, hoeven we ons niet te verschuilen achter zogenaamde tradities, maar ontstaat er ruimte voor oplossingen die eerder niet voor mogelijk werden gehouden.

Die vrijheid hebben we sinds het einde van de Tweede Wereldoorlog.
Laten we dat vuur brandend houden en doen oplaaien!

PJ