Bijbelse beelden 53

31 juli 2015

De beproeving in de woestijn (Matteüs 4)

Na zijn doop trok Jezus zich terug in de woestijn. Zoals Mozes 40 jaren rondzwierf in de woestijn, voordat het Volk Gods het Beloofde Land binnenging, zo verbleef Jezus 40 dagen op die plaats van loutering, voor Hij aan zijn openbaar leven begon.

Op het einde van die periode van bidden en vasten en bezinnen kwam Satan opdagen. Die komt altijd als een mens kwetsbaar is. Hij doet zich voor als een vriend, maar hij is de verpersoonlijking van het kwaad.

Bij deze confrontatie suggereert Satan, dat Jezus zijn honger kan stillen door van stenen brood te maken. Dat moet een koud kunstje zijn voor de Zoon van God. Jezus antwoordt met een Schriftwoord: “De mens leeft niet van brood alleen, maar van elk woord dat komt uit de mond van God”. Satan geeft zich niet gewonnen. Hij kent ook een Schriftwoord. Ze staan boven op de tempel en Satan stelt voor: “Stort U naar beneden, want Gods engelen zullen U op handen dragen”. Maar Jezus wil God niet op de proef stellen. Dan voert Satan Jezus naar een hoge berg: “Ik zal U de hele wereld geven, als U mij aanbidt”. Je moet maar durven. Jezus jaagt hem verontwaardigd weg met de woorden: “De Heer uw God zult ge aanbidden en Hem alleen dienen”.

Ieder mens met een roeping wordt beproefd, op de proef gesteld. Hij krijgt te maken met twijfel, teleurstelling, tegenslag en ontmoediging. Dan preekt de duivel haat, zaait verwarring en schept chaos. Jezus preekt liefde, verzoent mensen, heelt en geneest.

 

beeld: pater Herman Falke scj;
tekst: pater Piet Schellens scj