Bijbelse beelden 82

25 maart 2016

De barmhartige Samaritaan (Lucas 10)

Een Farizeeër wilde een theologische discussie op hoog niveau over het gebod: Bemin God met al wat je hebt en je naaste als jezelf. Dat van God snapte hij wel, maar wie is nou je naaste? Jezus antwoordt met een verhaal, waarin het woord God niet eens voorkomt. In dat verhaal komen de geestverwanten van de Farizeeër, de priester en de leviet, er slecht van af: zij weigeren om de beroofde en halfdood geslagen geloofsgenoot bij te staan. Maar een Samaritaan, dus iemand met een ketterse religie, werd door medelijden bewogen en ontfermde zich over hem.

Dit is geen onschuldig verhaaltje. De Farizeeën, de priesters en schriftgeleerden waren gechoqueerd door deze aanval van Jezus op hun denken en doen. Ze gingen Jezus hierom zo haten, dat ze Hem uit de weg wilden ruimen, hoe dan ook. Ze voelden haarscherp aan, dat zij volgens Jezus niet de mannen waren naar Gods hart. Zo deden ze zich wel voor en zo werden ze door het volk geëerd. Maar Jezus ontmaskerde hen en stelde hun een ketter ten voorbeeld. De Samaritaan was de man naar Gods hart, omdat hij gewoon een warm hart had.

 

beeld: pater Herman Falke scj
tekst: pater Piet Schellens scj