Bijbelse beelden 86

22 april 2016

De verheerlijking op de berg Tabor (Matteüs 17)

Jezus bestijgt met drie apostelen de berg Tabor. Een Jood beleeft dat zo: hij komt los van de aarde beneden en hij nadert God. Boven de berg hangt een wolk, zoals er ook boven de Ark van het Verbond een lichtende wolk hing als teken van Gods aanwezigheid.

Jezus toont zich aan zijn leerlingen in al zijn heerlijkheid. Zijn gestalte straalt als uit de wolk Gods stem klinkt: “Deze is mijn welbeminde Zoon, luistert naar Hem”. Jezus schittert als Gods Zoon op aarde. De apostelen zien even wie Hij werkelijk is: boventijdelijk, bovenmenselijk, bovenwerelds. Dit beeld moet hen later helpen, als ze Hem aan het kruis zullen zien ten onder gaan.

Naast Jezus verschijnen Mozes en Elia: de Wet en de profeten, het hele Oude Testament vertegenwoordigend, bevestigen Jezus als de Messias.

Petrus, Jacobus en Johannes worden overweldigd door die intense beleving. Tegelijk grijpt een hevige vrees hen aan. Jezus stelt hen gerust. Dan willen ze wel in de wolken blijven: “Laat ons hier drie tenten bouwen”. Maar dat ging niet door. Ze moeten weer naar beneden, met twee benen op de koude grond, om daar te getuigen van het grote licht, dat ze even mochten zien.

Zo hebben wij in ons leven kostbare ervaringen mogen hebben, intense belevenissen. Even liepen we met ons hoofd in de wolken. Dat geeft ons kracht om de sleur en de moeilijkheden van het gewone leven aan te kunnen.

 

 

beeld: pater Herman Falke scj
tekst: pater Piet Schellens scj