Goud

26 december 2021

Tweede Kerstdag, 26 december 2021
Jesaja 11, 1-10 en Matteüs 2, 13-23

In de grote kerstgroep in de St. Willibrorduskerk Deurne ligt het kindje op goudfolie en de andere beelden staan op zilver. Dat hebben we gedaan om wat contrast te maken tussen de bontgekleurde lapjes van de Troostdeken voor onze planeet en de meer fletse kleuren van de beelden. En goud en zilver passen ook wel bij Kerstmis, ze spiegelen de lichtjes zo heerlijk. Maar ze zetten ons ook op het verkeerde been. Want dat goud en zilver zijn reddingsdekens die o.a. gebruikt worden om vluchtelingen die verkleumd gevonden worden, iets te verwarmen. Zij lijken een koninklijke mantel te krijgen, terwijl ze eigenlijk als vreemdelingen door een grote groep mensen worden weggekeken en verafschuwd.

Jezus is een vluchtelingenkind. En zijn ouders zijn gelukszoekers, die ook toen de kust weer veilig leek, uit angst voor het geweld niet naar Betlehem terugkeerden, maar elders, in Nazaret, hun heil zochten.

Afgelopen donderdag vertelde paus Franciscus over hoe hij tijdens zijn reis naar Cyprus en Griekenland opnieuw had gezien “hoe gekwetst de menselijkheid van vluchtelingen en migranten is.” Hij heeft er veel moeite mee “hoe slechts enkele Europese landen het grootste deel van de gevolgen van het migratieverschijnsel in het Middellandse Zeegebied dragen, terwijl het in werkelijkheid een gedeelde verantwoordelijkheid van alle landen vergt, waarvan geen enkel land zich kan onttrekken, omdat het een probleem van de mensheid is.” aldus de paus.

Al eerder, in zijn encycliek Laudato Si (2015), riep paus Franciscus “alle mensen van goede wil op om met respect en eerbied om te gaan met de aarde en de armen. Economie, politiek, maatschappij, ja ook de kerk, moeten gericht zijn op het behoud van de schepping, op het verbeteren van de levensomstandigheden van de zwaksten en op het welzijn van de generaties die na ons komen.

Voor hem gaat de zorg voor het klimaat samen met de aandacht voor de meest kwetsbaren. De Troostdeken voor onze planeet en de reddingsdekens voor vluchtelingen vullen elkaar aan, in het klein in de kerstgroep, in het groot wereldwijd.

In zijn laatste encycliek. Fratelli Tutti (2020) gaat de paus daar verder op in. Hij analyseert de misstanden in onze tijd: “de manipulatie en vervorming van begrippen als ‘democratie’, ‘vrijheid’, ‘rechtvaardigheid’; het verlies van de betekenis van de sociale gemeenschap en de geschiedenis; egoïsme en onverschilligheid ten opzichte van het algemeen belang; het overwicht van een marktlogica die gebaseerd is op winst en de cultuur van verspilling; werkloosheid, racisme, armoede; de ongelijkheid onder mensen die zich manifesteert in slavernij, mensenhandel, vrouwenmisbruik en orgaanhandel; de verslechtering van de ethiek door de massamedia…”

De paus roept op om ons ‘zelf’ te verlaten teneinde ‘een voller bestaan in de ander te vinden’. Voor welke uitdagingen komen wij te staan als wij werkelijk ervan overtuigd zijn dat alle mensen broeders en zusters van elkaar zijn?

Hanneke Verberne heeft daar goed over nagedacht toen zij een kerstgroep maakte voor de kerststallenwedstrijd. Zij heeft op een indrukwekkende manier het kerstverhaal geactualiseerd door om zich heen te kijken. Zij zette de kribbe, met een echt kindje erin op vijf plaatsen in ons dorp:

bij de Nieuwenhof, waar bezoek vanwege het besmettingsgevaar weer beperkt is. Dat weerhoudt een bewoner er niet van om even naar baby Demi te kijken. Zacht zingt hij een kerstliedje voor het kindje. Het lijkt hem te willen omhelzen;

bij een supermarkt, waar winkelwagentjes af en aan worden gereden en de kribbe vooral in de weg staat, tot een jong meisje vol verwondering knielt bij baby Nena en haar welkom heet op deze aarde;

op de Bikkels waar migranten na hun laatste werkdag hun spullen bij elkaar pakken om in hun geboorteland met hun familie Kerst te vieren. Terwijl baby Teun vredig slaapt tussen de desolate verblijven, schijnt er plots een zonnestraal over de kribbe, een teken van hoop, ook voor hen die nu op weg zijn;

bij een boerderij, waar de troosteloze velden en zompige zwarte aarde de malaise in de agrarische sector lijken weer te geven. Het broertje van baby Yfke wil eigenlijk helemaal niet mee, maar er komt een brede lach op zijn gezicht als hij hoort dat er zojuist een kalfje is geboren. Ook dat blijft elke keer weer een wonder;

onder een viaduct, waar je droog staat op een regenachtige dag. De moeder van baby Guus vertelt haar verhaal hoe ze na een onverwachte zwangerschap dakloos is geworden. En dan opeens strijkt er een vogeltje neer op de rand van de kribbe…

Ik moest wel even slikken dat nu hier in de kerk in diezelfde kribbe geen kind ligt, maar een doornenkroon. Dat is confronterend. Is het echt zo slecht gesteld met ons leven? Ik moest denken aan wat ik ooit ergens las:

“Het was niet ver –
van Bethlehem ‘huis van brood’
naar Jeruzalem ‘stad van vrede’.
Het duurde niet lang
van ‘gloria in den hoge, vrede op aarde’ tot ‘kruisig hem’.
Het was maar kort –
van blij geboortefeest naar dramatisch afscheid.”

Ik denk, ik weet haast zeker, dat het ook andersom kan zijn. Dat het in de grootste ellende, zomaar op een onverwachte plek, Kerstmis kan worden: een verzorgingshuis, een supermarkt, een migrantenhuis, een boerderij, onder een viaduct; nieuw leven, een deken om je heen geslagen, kleurig, zilver of goud.

PJ