Het gezicht dat op Christus het meest lijkt

15 augustus 2021

Maria Tenhemelopneming, 15 augustus 2021
1300 jaar Deurne
m.m.v. de gilden St. Antonius Abt, St. Hubertus, St. Joris en St. Willibrordus

Antonius Abt, Hubertus, Joris, Willibrord, het zijn niet zomaar toevallige namen van de gilden van Deurne, Liessel en Vlierden. Ze hebben elk een oeroude traditie, net als Maria. Deze heiligen zijn met de geschiedenis van Deurne verbonden.

Al bijna 18 jaar – of in het perspectief van 1300 jaar Deurne: pas 18 jaar – staat bij de ingang van het kasteelpark de Sint Antoniuskapel, gebouwd door de gildebroeders van het gelijknamige gilde. Maar eeuwen geleden was er al een Antoniuskapel, bij de kruising van Liesselseweg, Fabriekstraat en Doctor Hub van Doorneweg. Kerkmeesterrekeningen uit de eerste helft van de 17e eeuw melden dat er bij de kapel jaarlijks tijdens de kermis bier werd gedronken op rekening van de kerk èn geld geofferd. Twee tradities die bij gilden nog altijd niet onbekend zijn. Ook hier in de kerk was rond 1500 al een altaar toegewijd aan Antonius en beheerd door het St. Antonius Abt gilde.

Hubertus kennen we vooral vanuit Liessel. Het gilde beheert trots hun Sint-Hubertuskapel die zij in 1984 bouwden aan de Molenweg, een paar honderd meter van de oude Hubertuskapel die stond waar nu gemeenschapshuis de Kastanje is. Die kapel stond er al rond 1400. Toen in 1901 de huidige Liesselse kerk gebouwd werd, kwam de kapel leeg te staan en werd hij enkele jaren later afgebroken. Met weemoed kijk ik naar een foto uit 1890 waar de kapel nog opstaat.

Hoewel de vroegste geschiedenis van het Sint Jorisgilde in nevelen is gehuld, stond er hier in de kerk al in 1371 een altaar toegewijd aan Maria en Georgius, en later ook aan Barbara. Georgius is de Latijnse naam van Sint Joris. Het altaar had een eigen rector en eigen inkomsten had. Meer is er niet over bekend. Een zilveren papegaai van het St. Jorisgilde dateert van rond 1600.

Willibrordus kreeg pas in 1901 een altaar hier in de kerk. Vóór 1825 wordt hij nergens genoemd. Dat is opmerkelijk voor een kerk die naar de grote verkondiger van het christelijke geloof in onze streken is genoemd. Ik vermoed dat Willibrord pas na de teruggave van de kerk door de protestanten hier een rol is gaan spelen, en dat mogelijk zelfs de kerk tot die tijd een andere patroonheilige had. Anders is dat in Vlierden, waar het gilde als oprichtingsdatum 1227 aanhoudt, maar pas echt gestalte kreeg in 1594. De diepe trom die in de tentoonstelling onder het Tapijt van Deurne staat, en die een prachtige afbeelding van Willibrord draagt, is uit 1775.

De kapel in Vlierden zou rond 1232 gesticht zijn door Maria van Brabant. Het doet pijn om te lezen dat de restanten van deze kapel in 1902 afgebroken zijn, waarna met het puin de Pastoriestraat werd verhard. Hoe het ook zij, deze kapel was toegewijd aan Onze Lieve Vrouw in het Kraambed.

En zo komen we bij Maria uit. Wie mijn serie verhalen op Facebook volgt over meer dan 1000 jaar kerk in Deurne, heeft al kunnen lezen dat die verering, die heel populair was, zowel in Vlierden als in Deurne, op zeker moment van hogerhand verboden werd. Het was niet de bedoeling dat de geboorte van Jezus al te plastisch werd afgebeeld. De beelden zijn dan ook verdwenen uit de kerken. Dat neemt niet weg dat Maria altijd een belangrijke plaats heeft ingenomen in onze kerken en parochie. Het oudste Maria-altaar moet al uit de 14e eeuw dateren. Er waren minstens drie of vier Maria-altaren of -beelden in de kerk. Maria hoort bij de kerk en de kerk bij Maria. Voor katholieken is dat haast vanzelfsprekend, voor protestanten veel minder.

Het is dan ook opmerkelijk dat een protestantse hoogleraar, Arnold Huijgen, onlangs een boek schreef over Maria (Maria, icoon van genade). Hij zegt: “Maria staat in een lange rij van krachtige vrouwen uit het Oude en Nieuwe Testament, die laten zien dat de kerk niet zonder de vrouwelijke stem kan.” En: “Maria is de vrouw in het midden: tussen individu en gemeenschap, tussen Israël en de kerk, tussen Vader en geïncarneerde Logos, tussen armoede en rijkdom, tussen zwakheid en kracht, tussen Jezus’ leven (dat zij geeft) en Jezus’ dood (die zij ervaart).

Als je haar hoort spreken in het evangelie van vandaag, dan stel ik mij die krachtige vrouw voor. Zij is dankbaar om wat zij meemaakt. Zij beseft ook de kwetsbaarheid en zelfs het gevaar van het leven, zoals dat in de Openbaring van Johannes als een beklemmend visioen wordt verteld. Er gebeurt van alles in de wereld. We zijn de draak van de coronapandemie nog niet te boven; in Afghanistan en andere landen grijpen duistere machten hun kans; wantrouwen en zelfingenomenheid lijken de wereld te regeren. En midden daartussen is er die vrouw in barensnood. Ik denk meteen aan onze verboden Maria in het Kraambed, die voor veel mensen zo herkenbaar is. Zij kan er niet tegenop, vlucht weg, maar wordt geholpen. Door wie staat er niet. Waarschijnlijk door engelen van mensen, die een glimp van God laten zien. Zoals er zoveel mensenengelen zijn, die zich inzetten voor vluchtelingen, mensen aan de rafelranden van de samenleving, in de zorg en aandacht voor zieken, in broeder- en zusterschap, zoals de gilden die hoog in het vaandel hebben staan.

In het evangelie is Maria zo’n engel van een mens. Zij blijft niet thuis, beduusd van wat de engel Gabriël haar heeft verteld, maar gaat meteen op pad om haar nicht Elisabet bij te staan. Het wordt een innige ontmoeting tussen de twee vrouwen. En Maria jubelt het uit. Het is geen vroom in zichzelf gekeerd gebed, maar een krachtig statement, waarin al doorschemert hoe haar zoon Jezus later in het leven zal staan. “Wie naar haar kijkt, ziet genade en geloof, en ziet door haar heen de trekken van Christus,” zegt Huijgen. “Het gelaat van zijn moeder is immers ‘het gezicht dat op Christus het meest lijkt’.” “Heersers ontneemt Hij hun troon, maar Hij verheft de geringen. Wie honger heeft, krijgt volop te eten, maar wie zich rijk waant, zal met lege handen staan. Het zou een mooie bezinning kunnen zijn bij de regeringsformatie in Den Haag.

Maria, is de gezegende onder de vrouwen.
Aan zegen en bemoediging is zoveel behoefte in onze tijd.
Vragen we die via Maria aan Jezus.

Wees gegroet, Maria….

 

PJ