Leerling zijn

1 juni 2021

Jaar B, Heilige Drieëenheid, 30 mei 2021
Deuteronomium 4, 32-34.39-40, Romeinen 8, 14-17 en Matteus 28, 16-20

Pinksteren wordt wel gezien als het begin van de kerk. Als de leerlingen van Jezus begeesterd raken, komen ze uit hun schuilplaats en steken hun enthousiasme niet onder stoelen of banken. Ze trekken erop uit, vertellen wat zij mee gemaakt hebben met Jezus, en gaan leven vanuit zijn inspiratie. Dat maakt indruk op velen rondom hen, die zich bij hen aansluiten en laten dopen.

Het evangelie van vandaag wordt gezien als de kern van de opdracht die Jezus aan zijn leerlingen meegeeft en die voor alle christenen in alle tijden geldt. Juist in onze tijd, waarin niet alleen de wereld, maar ook de kerk in een crisis verkeert, wordt hierop opnieuw de schijnwerper gericht.

Je hoort tegenwoordig steeds vaker dat we voor de uitdaging staan om een missionaire kerk en parochie te worden. Wat dat precies is en hoe we dit kunnen bereiken, is niet zo duidelijk. Ik ben er althans nog niet uit. Maar om de kerk toekomst te geven moet er wel iets gebeuren.

Het Rijke Roomsche Leven is voorbij en komt niet meer terug. Dat hoeft ook niet. En ik meen dat dit ook niet wenselijk is. Maar wat dan wel? De coronacrisis heeft, denk ik, ook grote gevolgen voor onze geloofsgemeenschappen. Zullen de mensen de kerk weer weten te vinden als het weer mag en kan? Nemen de vrijwilligers hun taken weer op zich? Zijn er mensen die hen willen helpen en opvolgen? Gaan onze koren weer zingen? Het is opeens allemaal niet meer vanzelfsprekend. Ik maak me daar zorgen over.

Vorig jaar zou er een groot congres zijn waarin James Mallon, een priester uit Canada zijn ‘succesverhaal’ over zijn parochie kwam delen. Het congres kon toen niet doorgaan en is verplaatst naar volgende jaar. Mallon stelt dat de kernopdracht van een parochie ligt in de woorden van Matteüs die we zojuist lazen in het evangelie:

“Gaat dus
en maakt alle volkeren tot mijn leerlingen
en doopt hen
in de naam van de Vader en de Zoon en de heilige Geest
en leert hun te onderhouden
alles wat Ik u bevolen heb.”

Dat is het. “En daar moet u het mee doen”, zou de rijdende rechter zeggen.

De afgelopen tijd mocht ik waarnemend pastoor zijn in Gemert-Bakel. Per 1 juni 2021 loopt dat af, omdat er een nieuwe pastoor komt in die parochie. En dat is een goede zaak. mijn werkzaamheden daar waren beperkt en speelden zich achter de schermen af. Zo ben ik betrokken geweest bij het opstellen van een pastoraal plan. Daarin komt ook de zendingsopdracht van Jezus aan bod. Het pastorale team viel vooral het woord ‘leren’ op, dat twee keer in de korte passage voorkomt: “maakt alle volkeren tot mijn leerlingen” en “Leert hun te onderhouden alles wat ik u bevolen heb.

Leerling zijn of leerling worden is blijkbaar heel belangrijk. De ouderen onder ons zullen denken aan de klaslokalen met de tafels in rijen, de armen over elkaar en de leraar die vertelde hoe het zat. Het van buiten leren van vragen en antwoorden van de catechismus was voor menigeen een uitdaging. Tegenwoordig zien de klassen er heel anders uit en zelfs het woord klas is ouderwets. Men spreekt vaker over leerplekken. Het digibord en de tablet openen een wereld van mogelijkheden.

De nadruk ligt niet meer zozeer op de overdracht van kennis, maar op het ontdekken en eigen maken van de leerstof; misschien nog het beste te vergelijken met een leer-werksituatie zoals vroeger bij het aanleren van ambachten en nu in het VMBO. In de kerk bestaat de catechismus nog steeds, maar deze is vooral bedoeld om de rijkdom van het katholiek geloof te verkennen. Datzelfde geldt voor de bijbel.

Leren begint met openstaan voor iets of iemand, er interesse voor hebben, bereid zijn je erin te verdiepen. Dat kan op veel manieren. Ergens kwam ik deze tegeltjeswijsheid tegen: “Een leraar neemt een hand, opent een geest en raakt een hart.”

Elkaar bij de hand nemen en elkaar de weg wijzen; elkaar inspireren en laten ontdekken dat ons eigen levensverhaal ook een deel van het grote geloofsverhaal is, het grote geloofsverhaal ook een deel van ons leven; en elkaar in het hart raken om van harte samen in beweging te komen, om geloof en leven te delen met elkaar. Dat alles is een actuele taak van een parochie, een geloofsgemeenschap. Dit is niet alleen de verantwoordelijkheid van het pastorale team, maar van alle parochianen samen. Het is ook niet zo dat de pastores de leraren zijn en de parochianen de leerlingen. Ook pastores zijn leerlingen, en alle parochianen zijn pastor. Allemaal zijn we leerling van Jezus Christus, kind van God en gesterkt door de heilige Geest. Hier ligt dus een verantwoordelijkheid voor iedereen.

Hoe dat precies moet, hoe we nieuw elan aan de parochie kunnen geven, weet ik niet goed. Het is een zoektocht en ongetwijfeld met vallen en opstaan. Maar die tocht begint met de eerste woorden van Jezus: “Gaat dus…” Paus Franciscus hamert hier telkens weer op. Met stilzitten kom je er niet.

Onze bisschop schreef het deze week in de Nieuwsbrief van het bisdom: “God zet ook ons zelf in beweging. Vandaag spreken wij in ons bisdom veel over de missionaire Kerk. Wij zijn geroepen om de liefde en trouw van God door te geven aan anderen die God nog niet kennen. Door God gezegende mensen kunnen zelf tot zegen zijn. God wil ons maken tot instrumenten van zijn troost en vrede. Hij wil ons gebruiken om kleine en kwetsbare mensen te beschermen en geborgenheid te bieden. Hij wil ons maken tot mensen van vergeving die anderen hun fouten niet nadragen maar een tweede kans bieden. In kracht van de Geest kunnen wij Christus zichtbaar maken en zo het hart van de Vader tonen.”

 

PJ