Meedoen

31 oktober 2021

Jaar B, 31e zondag door het jaar, 31 oktober 2021
Marcus 10, 46-52

“Gij staat niet ver af van het Koninkrijk Gods”, zegt Jezus. Wat ontbreekt het die Schriftgeleerde dan nog om echt deel te nemen aan, mee te doen in het Rijk van God?

Jezus gaat in gesprek met iedereen rondom hem, vriend en vijand. Soms doet hij dat venijnig of scherp, doorgaans met veel geduld, zoals vandaag. De Schriftgeleerde vraagt naar het eerste, het belangrijkste gebod. Jezus noemt er twee. En hij plaatst ze naast elkaar: ze zijn gelijkwaardig: God beminnen met hart en ziel, met verstand en kracht; en je naaste liefhebben, zoals je jezelf liefhebt. De Schriftgeleerde is het ermee eens, maar hij mist nog iets.

De evangelist Lucas schrijft in dit kader een verhaal dat Marcus niet heeft opgenomen in zijn evangelie: dat van de barmhartige Samaritaan. Daar stelt een Wetgeleerde eenzelfde vraag aan Jezus. En hij voegt er nog aan toe: “Wie is dan mijn naaste?” En dan vertelt Jezus dat mooie verhaal van de man die beroofd wordt. Twee mensen lopen met een boog om hem heen. Uiteindelijk wordt hij geholpen door een vreemdeling. Op het einde vraagt Jezus: “Wie van deze drie is volgens jou de naaste van het slachtoffer?” De Wetgeleerde antwoordt: “De man die hem barmhartigheid heeft betoond.” Het antwoord van Jezus is veelzeggend: “Doe jij dan voortaan net zo.”

Daar zit wellicht het probleem voor die geleerde. Geboden kun je inlijsten en boven je bed hangen. Maar ze zijn allereerst bedoeld om er iets mee te doen.

Hoe ga je om met je naaste? Met je familie, vrienden en bekenden lukt dat doorgaans nog wel, maar hoe ga je om met de mensen die je niet kent, de toevallige voorbijganger, mensen die gevlucht zijn en hier een toevlucht zoeken, of mensen die in jouw ogen anders zijn?

Heel actueel is bijvoorbeeld de discussie of je onderscheid mag maken tussen mensen die wel of niet gevaccineerd zijn. Mag je de één meer beperkingen opleggen dan de ander of dingen ontzeggen die de ander wel mag, in het perspectief van de gezondheid van allen? Dinsdag is er weer een persconferentie over maatregelen om het coronavirus te beheersen. Ik zou niet graag in de schoenen staan van degenen die de besluiten moeten nemen.

Het blijkt niet zo gemakkelijk om evenveel van anderen te houden dan van jezelf. Dat is soms een voortdurende worsteling. Je moet drempels over, grenzen verleggen, muren slechten, voortdurend alert zijn. Openstaan voor de ander vraagt om je kwetsbaar op te stellen en dat valt niet mee.

Misschien kan hierbij dat andere gebod helpen, dat Jezus als gelijkwaardig aan het andere beschouwt: God beminnen met hart en ziel, je denken en doen. Dit klinkt heel vroom en dat is het ook. In Nederland zijn we doorgaans vrij nuchter over ons geloof. Je praat er niet gemakkelijk over. Het is ook moeilijk om wat je gelooft met elkaar te delen. Zeker in onze samenleving waar alles al gauw zwart-wit is, voor of tegen met nauwelijks iets ertussenin. Ook in gelovig leven toon je je kwetsbaar.

Geloven als ‘God beminnen’, ‘houden van God’ zet je leven in een ander breder perspectief. Het laat je beseffen dat alles en iedereen op de wereld met elkaar samenhangt. Alle mensen zijn Gods kinderen, ze worden door Hem bemind. Daaruit volgt dat tweede gebod vanzelf. Om er voor anderen te kunnen zijn, zonder uitzondering, heb je dit perspectief vanuit God nodig. Gods’ liefde voor ons kan ons inspireren de naaste te beminnen als jezelf.

Iemand die dat, denk ik, heeft voorgeleefd, en die het Koninkrijk Gods vast bereikt heeft, is Frits Holten. Geboren als zoon van de Deurnese molenaar Piet Holten, trad hij zeventig jaar geleden in bij de Franciscanen in Weert. Afgelopen maandag is hij daar overleden. In augustus heb ik hem nog bezocht. Hij maakte indruk op mij door zijn eenvoud, vriendelijkheid en bescheidenheid. Op de aankondiging van zijn overlijden staat dat hij een bijzonder hartelijke, attente, zorgzame en dienstbare broeder was. Hij maakte zich in zijn orde verdienstelijk in de bakkerij, als verpleger, portier en koster. Maandag, op Allerheiligen, wordt hij begraven. Dat past bij zijn levenshouding die helemaal geïnspireerd is op de geboden die Jezus ons vandaag in het evangelie aanreikt:

Heb de Heer, uw God, lief
met heel je hart
en met heel je ziel
en met heel je verstand
en met heel je kracht.
Heb je naaste lief
als jezelf.

 

PJ