Olie voor het leven

19 juni 2022

Jaar C, Sacramentsdag
Genesis 14, 18-20, 1 Korintiërs 11, 23-26 en Lucas 9, 11b-17

“Samen eten is olie voor de vriendschap”, dat stond lang op de muur boven de keuken van restaurant In de Heerlyckheid. De muur heeft inmiddels een andere kleur gekregen, maar het motto is gebleven in gastvrijheid en heerlijk eten.

“Samen eten is olie voor de vriendschap”, dat past ook goed bij Sacramentsdag. Doordenkend op deze spreuk zou je kunnen zeggen: de eucharistie, de maaltijd die we hier vieren is olie voor het leven. De mis is geen one-man-show van een pastor, al is die misschien de meeste tijd aan het woord. Het gaat om samen vieren en samen delen.

Bij gezinsvieringen – pas nog bij de eerste communievieringen – zeggen we als inleiding op de communie:

We breken het brood zoals Jezus deed en zei:
Deel het leven met elkaar, lief en leed
en ik zal jullie leven delen.
Houd je vast aan elkaar en God zal je nooit laten vallen.

De maaltijd in de kerk is niet zo uitgebreid en culinair als in een restaurant, een hostie is het meest eenvoudige brood dat je maar kunt bedenken, maar de betekenis is des te groter: Jezus geeft zichzelf aan ons. Wij ontvangen het lichaam van Christus, om samen Lichaam van Christus te zijn en te worden.

Het ontvangen van de communie is iets persoonlijks, maar het is ook van grote betekenis voor de gemeenschap, het daagt ons uit om onze verantwoordelijkheid te nemen om ons samen leven gestalte te geven.

Ik denk dat de sacramentsprocessies die vroeger in bijna elk dorp gehouden werden, dat wilden uitdrukken. In Zuid Limburg is de processie nog steeds een levendige traditie. Daar wordt het ‘De Bronk’ genoemd. ‘Bronk’ komt van pronk en pronken: het een sierlijke stoet, processie ter ere van het Allerheiligste. En tegelijk pronken de dorpen zelf door de versieringen van vlaggen, vanen, bloemtapijten, kaarsen voor de ramen, processievaantjes en met bloemen bestrooide straten. De gemeenschap laat zich op z’n best zien, jong en oud, het is een lust voor het oog.

In Deurne was vroeger dit weekend ook een sacramentsprocessie. De kermis is daar nog een overblijfsel van. Het was het hoogtepunt van het jaar. Pastoor Roes benadrukte in de eerste helft van de vorige eeuw dat de processie geen folklore was. Hij zei in de mededelingen: “Geen toeschouwers, allemaal deelnemers”. Dat geldt voor een processie en ook voor een maaltijd.

Voor Jezus is een maaltijd steeds een belangrijk moment om zijn boodschap te presenteren en mensen in beweging te zetten. Zoals vandaag in het evangelie. Waar de twaalf leerlingen vooral praktische bezwaren zien om iets te organiseren en de mensen liever naar huis sturen, zegt Jezus eenvoudig: “Geven jullie hun maar te eten.” Zorgen jullie ervoor dat de gemeenschap gemeenschap kan zijn en blijven. Ook al is er niet genoeg te eten, als je je er in Gods naam voor inzet, dan is er genoeg. Lucas legt hier de vinger op de zere plek: er zijn mensen die geen eten hebben. En dat kan niet. Die kun je niet wegsturen, die mag je niet negeren.

Martín Caparrós schreef zeven jaar geleden het boek ‘Honger’ (2015, Wereldbibliotheek). Hij constateert dat honger het grootste probleem van onze tijd is. “Onnodig,” zo schrijft hij, “want van alle problemen in de wereld is honger het eenvoudigst op te lossen.” “Honger is een grote stommiteit, een schreeuw voor hen die niet luisteren, een metafoor voor hen die zich van de domme houden.” Dat is schrijnend als je beseft dat uit Oekraïne het graan niet geëxporteerd kan worden, prijzen van voedsel en energie stijgen, de economische ongelijkheid toeneemt, terwijl wereldwijd volgens schattingen van Oxfam-Novib zo’n 860 miljoen mensen in extreme armoede leven in landen als Jemen, Syrië, Burkino Faso, Tsjaad, Mali, Mauritanië en Niger.

Maar ook in onze omgeving hebben mensen steeds meer moeite om het hoofd boven water te houden. Zaterdag 18 juni 2022 stond er in het ED een artikel over schuldhulpverleners en mensen die met armoede te maken krijgen. Ook Grip op Schuld Deurne komt aan het woord. Grip op Schuld, dat mede vanuit de parochie is opgericht, bestaat 10 jaar. Geweldig dat een grote groep mensen zich hiervoor inzet en ook voor bijvoorbeeld de voedselbank of kledingbank. Maar het tweede lustrum is niet echt een reden tot feest. Het is helaas bittere noodzaak. De medewerkers en vrijwilligers vertalen op hun manier Jezus’ oproep: “Geven jullie hun maar te eten…”

Ook aan ons de uitnodiging om ons gevoel van gemeenschap concreet te maken in hulp aan wie het nodig hebben en zo ook dat motto van het restaurant in ons leven gestalte te geven: Samen eten is olie voor de vriendschap. En speciaal vandaag: samen eucharistie vieren is olie voor het leven.

PJ