Paaskaars: de vier elementen

19 april 2017

De afbeelding op de Paaskaars is dit jaar geïnspireerd op gebrandschilderde ramen in de kerk van Liessel. De meeste mensen zien ze niet, omdat ze links en rechts van het priesterkoor hoog in de wand zitten. Het zijn twee cirkelvormige vensters met daarin – van de hand van Pieter Wiegersma – een verbeelding van de vier elementen, waaruit alle leven is opgebouwd: water, aarde, lucht en vuur.

Het water wordt verbeeld door een vis,
de vruchten op de achtergrond verwijzen naar de aarde, waaruit zij opgroeien.
Een vogel geeft de lucht aan
en de vlammen eromheen het vuur.

Die vier elementen komen in de plechtigheden van Goede Week en Paastijd naar voren. Ook daar gaat het om leven:

De groene palmen die we op Palmpasen ontvingen verwijzen naar de aarde, waaruit alles groeit. Als je een palmtakje weer in de grond steekt, zal het gaan groeien. In de aarde werd Jezus neergelegd na zijn dood, als een graankorrel die ooit weer zal ontkiemen en tot bloei komen.

We ontstaken vuur in de paaswake, gaven het aan elkaar door als een lopend vuurtje en laten de Paaskaars vijftig dagen lang elke viering branden. Vuur loutert, vuur verwarmt, vuur verlicht.

In de Paaswake wordt ook water gezegend. Dat herinnert aan het begin van ons eigen leven, onze doop ook, waardoor we kind van mensen en kind van God mogen zijn, gedragen op de stroom van het leven. Ook vandaag laten we ons door dat water raken.

En de lucht, de wind, die zie je niet en toch is hij er. Zoals Jezus gestorven er niet meer is, maar toch bemoedigend aanwezig; en als de heilige Geest die ons levensadem geeft, ons troost en sterkt in alle stormen van ons leven. Daarmee sluiten we met Pinksteren de Paastijd af.

Vogel en vuur samen hebben in dat Liesselse kerkraam nog een bijzondere betekenis: ze doen denken aan de legende van de Phoenix, de vogel die geen eieren legt, maar eens in de 500 jaar verbrand en uit zijn eigen as jong en levendig herboren wordt. En de vis en de vruchten samen doen denken aan het scheppingsverhaal waarin alle leven een begin heeft bij God, maar de mens een grote verantwoordelijkheid krijgt om dat leven te behoeden, te beschermen.

Als we soms onze adem inhouden bij wat er gebeurt in de grote wereld en wat ons overkomt dichtbij; als het water ons soms tot de lippen stijgt; als het soms dondert en bliksemt van angst en zorgen, als we soms door de grond zakken van schaamte en onmacht; dan wijst die Paaskaars ons erop dat er ook een andere kant is aan ons leven. Je hoeft niet bang te zijn, je mag er zijn, het is niet erg als je valt, als je maar weer opstaat, achter de wolken schijnt toch altijd weer de zon.